Maandag worden er opnieuw brevetjes afgenomen.
Wat moeten de kinderen kunnen tegen maandag 19 oktober?
1ste leerjaar:
Taal
- Letterdictee: de gekende letters in krulletters kunnen schrijven: i, k, o, a, t, r, e. Let op: ze moeten deze letters kunnen schrijven zonder voorbeeld. Ik vraag: schrijf de letter 'i'. Zij moeten weten hoe deze er als krulletter uitziet.
- We doen ook een lettertoets. Wat moeten ze hiervoor kunnen:
- de letters i, k, o, a, t, r, e, n kunnen herkennen en benoemen
- korte woordjes met de gekende letters kunnen lezen (ze krijgen bv een tekening van een kok. Hiernaast staan vier opties: koek/kik/kot/kok. Zij moeten dan 'kok' kunnen aanduiden.
- Auditieve synthese - juf hakt een woordje: bv. t-a-k. Welk woord heb ik gezegd? Zij moeten dan de tekening van een tak omcirkelen, die tussen andere tekeningen staat. - letterkennis: zij krijgen een tekening van bijvoorbeeld een kat. Hierna staan een aantal letters, bv: k o i t a r e n . Ik zeg bijvoorbeeld: In het begin van 'kat' hoor je de letter 'k'. Trek een kringetje rond de letter 'k' in het rijtje.
Rekenen
- Optellen tot 20 met en zonder brug
- Hoofdrekenen op tijd
Taal
- Dictee: woorden die starten met 'sch' en 'schr'.
Veel succes!
Annelies