vrijdag 12 september 2014

Tweede leerjaar - Woordpakket 2


In de klas werken we de komende twee weken rond woordpakket 2.
Ook thuis kan er al geoefend worden met deze woordjes:


kruis
vuist
bril
slee
wortel
vlees
dreun
Bart
struik
prinses
Katrien
groot
plas
fles
kleurboek
kapstok
zwembroek
kastdeur
dwarsfluit
vuistslag

Een kijkje in de klas

Mijn kindjes hebben deze week al erg knap gewerkt in hoekjes.
Van tijd stond ik echt paf van de rust die er al heerste en hun werkhouding.
Ik ben echt een fiere juf!!! 







Dankzij de hulp van enkele ouders werd het atelier en de soepverkoop een groot succes!
Hartelijk bedankt!
Zonder jullie hulp was het nooit zo vlot verlopen!
Merci!



Weekplanning


Brevetjes en lvs

Beste ouders,

We merkten gisteren dat sommigen onder jullie op de klasavond een bezorgdheid hadden rond de brevetjes en de leerlingvolgtoetsen op school.
We kozen er vorig schooljaar als school voor om te werken met brevetjes. Op die manier kunnen we het leerproces van elk kind goed opvolgen. Door de brevetjes weten kinderen (en ouders) heel duidelijk wat er van hen verwacht wordt. Kinderen oefenen in de hoeken gericht voor deze brevetjes. Kinderen die sneller leerstof verwerken, kunnen op hun eigen tempo verder evolueren. Voor kinderen die het iets moelijker hebben zijn de brevetjes, naast het werk in de klas, een belangrijke signaalfunctie voor de leerkracht. De leerkracht krijgt zicht op het individuele kunnen, op de mate waarin leerstof effectief verworven is.
Het grootste deel van de brevetten bundelt één of meerdere leerplandoelen. Het is voor een leerkracht belangrijk om te weten “lukt dit of lukt dit niet”. Het gaat over brevetten rond getalbegrip, bewerkingen, meten, meetkunde, spelling en wereldoriëntatie. Tijd speelt dan ook geen rol wanneer deze brevetten in de klas afgenomen worden. De leerkracht wil weten welke kinderen de leerstof beheersen en welke kinderen meer uitleg of extra inoefening nodig hebben.
Een ander deel van de brevetten is gericht op automatisatie van optellen, aftrekken en vermenigvuldigen. In het verleden hebben we gemerkt dat kinderen in de tweede en derde graad soms moeilijkheden krijgen met wiskunde, door een gebrek aan automatisatie van basiskennis. We willen voorkomen dat kinderen – die misschien wel een goed wiskundig inzicht hebben – afhaken en uitvallen in de hogere graden, alleen maar omdat ze de basisbewerkingen niet vlot beheersen. Na lang nadenken hebben we besloten om te werken met brevetjes die expliciet gericht zijn op het automatiseren van de basiskennis. Automatisatie gaat over het creëren van een zekere vlotheid, waardoor het tijdsaspect hier belangrijker wordt. Als school willen we in de eerste plaats weten of kinderen de leerstof beheersen, en later aanvullend werken rond automatisatie van een aantal vaardigheden.
Wanneer kinderen moeite hebben met het behalen van een brevetje wordt hierin gedifferentieerd. De norm kan verlaagd worden voor dit specifieke kind, de manier van afnemen kan aangepast worden, … Dit is iets wat de leerkracht samen met het zorgteam bekijkt. Ouders worden hier steeds van op de hoogte gebracht. Aan de andere kant spreekt het voor zich dat ouders steeds de leerkracht of het zorgteam kunnen aanspreken wanneer ze hierover een bezorgdheid hebben.

Naast brevetjes gebruiken we op school ook leerlingvolgtoetsen. Dit zijn toetsen waarvan de resultaten vergeleken kunnen worden met resultaten van leeftijdsgenoten in andere scholen. Deze toetsen bevatten verschillende leerstofonderdelen en geven een beeld van de volledige klas.  In september, februari en mei nemen we toetsen af voor wiskunde en spelling.
De resultaten van deze toetsen worden geanalyseerd door het zorgteam. Tijdens een intern overleg worden deze besproken met de leerkracht. Het wordt dan duidelijk welke leerstofonderdelen goed verworven zijn en wat nog een keer ingeoefend kan worden, vooral op klasniveau en ter aanvulling van de eigen observaties van de leerkracht.
In december en juni nemen we ook leestoetsjes af van de kinderen. Op deze manier krijgen we een objectief beeld van de leesvaardigheden. Ook hier vinden we het vooral belangrijk dat kinderen begrijpen wat ze lezen en dat hun technische leesproces evolueert. Kinderen lezen een tekst en achteraf vertellen ze waarover deze tekst gaat. Het technische lezen wordt in eerste instantie kwalitatief beoordeeld: lezen kinderen gebonden? Spellen ze nog verschillende woorden? Leest het kind veel of weinig foutjes? In deze analyse wordt ook de vlotheid meegenomen. Deze resultaten hangen samen met het avi-niveau van een kind. Dit is een indicator voor de leesmoeilijkheden die een tekst bevat. We geven de avi-niveaus van elk kind mee, omdat we op deze manier kinderen uitdagen. Wanneer kinderen oefenen op een avi-niveau dat net iets hoger ligt, vergroten we hun leesvaardigheid. Dit technische aspect van lezen willen we als school ook opvolgen, wat niet betekent dat er geen aandacht is voor leesplezier!

We hopen dat deze aanvullingen over brevetjes en de leerlingvolgtoetsen iets meer duidelijkheid geven over het “waarom” en ook over wat we met de resultaten ervan doen. Mochten jullie hier toch nog vragen over hebben, kan je steeds Isabelle of Ewoud hierover aanspreken.

Groetjes,

Evelien en Maureen