dinsdag 19 januari 2016

Wat moeten we kunnen tegen maandag 25 januari?

1ste leerjaar

Taal 
- lettertoets (herkennen geziene letters + lezen korte woorden)
- letterdictee (kunnen schrijven tussen de correcte schrijflijnen van gezien letters)

Rekenen
- splitsen tot 10(met de splitsbeentjes maar ook op deze manier: 9 = 3 + ...)
- rekentaal(bijdoen, weg doen, optellen, aftrekken, som, verschil, vermeerderen verminderen, dubbel, helft, vlak voor, vlak na ...)
- rekenverhaaltjes (Ik ging naar de winkel en kocht er 10 draken. Plots vlogen er 4 draken weg! Hoeveel draken heb ik nu nog?)2de leerjaar 

Taal 
- dictee woordpakket 8
woorden en zinnen met de verlengingsregel
 

VERLENGINGSREGEL --> d of t? --> maak het woord langer! 
(kat --> want katten of hond --> want honden)

voorbeeldjes:
pot, 
kort, bloed, draad, kaart, zand, vod, meetlat, staart, breed
Mijn vriend staat klaar aan de start.
In de winkel staat er een klant met een luide stem.
Het blad van die plant is kapot.
Mijn tand in mijn mond doet pijn.

Rekenen

- buren en onderburen tot 100 (+1 +2 -1 -2)
voorbeeldjes: 48 + 2 = ...; 90 - 1 = ...; 43 + 1 = ...; 89 - 1 = ...

- tweelingen tot 100
voorbeeldjes: 10 + 10 = ...; 20 + 20 = ...; 30 + 30 = ...; 40 + 40 = ...; 50 + 50 = ... en ook100 - 50 = ...; 80 - 40 = ...; 60 - 30 = ...; 40 - 20 = ...; 20 - 10 = ...

- hoofdrekenen op tijd (zowel optellen, aftrekken als maaltafels)



Veel succes gewenst en ik hoor het graag als er vraagjes zijn!

Annelies