We oefenen dit veel in de klas, maar ook thuis kan je dit oefenen:
Werkwijze hakken en plakken van woordjes:
1ste
Je neemt een 3-letterwoordje bijv. ‘jas’
en je zegt hardop
[jas]
2de
Laat het kind dit woord enkele malen
hardop zeggen
(kinderen die zich moeilijk kunnen
concentreren laat je hun ogen sluiten).
[jas] [jas] [jas]
Ze moeten goed luisteren naar de klanken
die ze zelf hardop zeggen!!!!!
3de
Het kind gaat dit woord nu zelf hakken
en terug plakken, je mag helpen
indien nodig [j] [a]
[s] = [jas]
We nemen allerlei woorden,
zeker niet alleen woorden met de letters die ze reeds kennen.
Woorden met de
korte klinkers (a-e-i-o-u), en de lange klinkers (aa-ee-oo-uu-) en ook de 2-klanken
(ui-oe-ou-ie-…).
jas – nek – ton – lus - …
buik – luis – huis – duim –
dief – ziet – neus – reus - …
soep – loes – hout – touw –
goud – rijk – bijl - …
muur – vuur – haak – roos –
meel - …
…
Wat als het
echt nog niet goed gaat?
·
welke klank hoor je vanachter en
je zegt [jasssss]
·
welke klank hoor je vooraan en je
zegt [jjjjjjas]
·
dan hak en plak je zelf het woord
en vraag je wat het kind in het midden hoort
[j – a - s]
[j – a - s]
·
daarna hak en plak je het woord
enkele keren samen met het kind
[jas] [jas]
[jas]