woensdag 25 maart 2015

Wat moet ik kunnen tegen vrijdag?

EERSTE LEERJAAR:

Woordpakket 5: klankzuivere woorden –

focus op onderscheid “s” – “z”

zon
som
sandaal
zoek
zaklamp
zaag
sok
slaapzak
sop
zwart
ziek
sap
slak
snor
zwaar
zeur
soep
snoep
zwaan
zweet

Rekenen:

Via de brevettenmap is het hopelijk duidelijk geworden welke onderdelen er nog ingeoefend kunnen worden.
Blijf altijd aandacht besteden aan de automatisatie: lezen - schrijven - hoofdrekenen.
Via de leesmap kun je op niveau oefenen met je kind, maar een boekje uit de bib is natuurlijk veel leuker! Ze weten intussen al zelf op welk niveau ze kunnen oefenen.



TWEEDE LEERJAAR:

In de klas werd er al super veel geoefend met het au-verhaal.
Maar ook thuis kan er nog wat geoefend worden.

Woordpakket 10: au – ou


paus
blauw
flauw
klauw
grauw
gauw
saus
kauwen
Laura
snauw
pauw
augustus
In het woordpakket zitten alleen woorden met “au”. Deze woorden worden in een “au”-verhaal of “au-lied” gegoten. Alle andere woorden schrijf je met “ou”
Denk eraan om tijdens het inoefenen en in dictees “ou”-woorden toe te voegen.
 Mogelijke “ou”-woorden in het tweede leerjaar:Jou – zou – oud  – fout – goud  – hout  – jouw  – koud – oud – stout – vrouw – gebouw – ouders – nou – kabouter – fout – koud – ouders – stout – trouwen – wou – oudste – zouden – bouwen – mevrouw – schouders

Rekenen:

Via de brevettenmap is het hopelijk duidelijk geworden welke onderdelen er nog ingeoefend kunnen worden.
Blijf altijd aandacht besteden aan de automatisatie: lezen - schrijven - hoofdrekenen - maaltafels
Via de leesmap kun je op niveau oefenen met je kind, maar een boekje uit de bib is natuurlijk veel leuker! Ze weten intussen al zelf op welk niveau ze kunnen oefenen.