donderdag 26 februari 2015

Oefenen tweede leerjaar

Het tweede leerjaar is momenteel bezig met het tellen tot 100.
We hebben reeds de boven- en onderburen gehad met zuivere tientallen:

50 + 10 = 60
80 + 20 = 100
70 - 10 = 60
50 - 20 = 30

Maar ook de getalkaarten:

80 + 5 = 85
95 - 90 = 5
30 + 7 = 37
37 - 7 = 30

Nu gaan we weer een stapje verder. We leren de kinderen gerichter kijken en soort per soort tellen.
Daarmee bedoelen we: Tientallen bij de tientallen en eenheden bij de eenheden.
We werken vaak op de trap en dat lukt al vrij goed. Via het doen begrijpen ze de oefeningen beter.
Nu maken we ook de vertaling naar het noteren op papier. In een winkel hebben ze immers geen trap om te rekenen. Dat beseffen ze erg goed.
We maken enkel PLUS-oefeningen, want bij MIN is het net iets complexer wat de notatie betreft. Maar dat is voor later.

Een oefening wordt dus als volgt opgelost:

24 + 22 = 40 + 6 = 46
52 + 34 = 80 + 6 = 86

De tientallen en eenheden mogen worden gekleurd, zodat ze het beter zien.
Ook thuis mag hierop geoefend worden.

Doordat het au-verhaal op de schoolcomputer staat, zal ik deze morgen nog posten.
Het is de bedoeling dat ze dit zelfgemaakt verhaaltje memoriseren om de au-woorden te leren.

Groetjes