De kinderen krijgen steeds 2 weken de tijd om zich de moeilijkheden van het dictee eigen te maken.
Maar oefenen kan nooit geen kwaad, vandaar dus ook al de woordjes van het dictee van volgende week.
1ste leerjaar: Wp 1.11:
deurbel – paashaas – pompoensoep – spookslot –
tuinman – penseel – laptoptas – fietsbel – visboer – leesboek – zaalvoetbal –
zwembroek – wasbeer – kanon – moestuin – feestjurk – natuur – witloof – zestien
- blokfluit
2de leerjaar: Wp 2.13:
geeuw – leeuw – sneeuw –
eeuw – schreeuw – nieuw – opnieuw –
nieuwe – nieuws – kieuw – schaduw – sluw –
ruw – schuw – uw - duw
REMEMBER: Ook de moeilijkheden van vorige woordpakketten moeten gekend blijven en
worden dus ook nog steeds gevraagd.