zondag 26 januari 2014

Lezen in het eerste leerjaar

Beste ouders,

Vanaf nu leren de kinderen lastige eenlettergrepige woorden zoals kist, drop, hond, slang, bank, springt, meeuw, ja, zo en woorden van twee en drie lettergrepen lezen. Ook oefent uw kind om niet meer spellend te lezen.
Deze lastige eenlettergrepige woorden worden niet allemaal tegelijkertijd aangeboden en geoefend. Ze zijn verdeeld over verschillende weken tot de krokusvakantie.

Deze week komen vooral de sch-woorden aan de orde. Maar er verschijnen vanaf nu ook hoofdletters in de zinnen.
Uw kind leert verder hoe het woorden als 'we', 'je', 'ze', 'me' en 'te' moet lezen. Deze woorden klinken immers anders dan je ze schrijft.
Ook de lettercluster ng (ring) komt aan bod. Bovendien maken kinderen al kennis met woorden met twee medeklinkers vooraan en achteraan (stoel, lamp), woorden met –d en –b achteraan (heb, bad) en samenstellingen (zakmes).

Hier volgen tips om samen bezig te zijn met de kennis die uw kind tijdens het leesonderwijs heeft opgedaan.
Uw kind kan nu alle eenvoudige teksten op AVI-niveau 1 lezen. Avi 1 komt overeen met de nieuwe benaming Start/M3. Wil uw kind graag een moeilijker boekje proberen van E3 kan dat natuurlijk ook. Uitdaging is belangrijk (let op: het mag wel niet frustrerend worden). Maak Uw kind enthousiast voor lezen door regelmatig samen naar de bibliotheek te gaan. Daar hebben de AVI-1-boekjes/ Start/M3  een herkenbare kleur. Informeer naar de kleur die in uw bieb wordt gebruikt. Vaak staan deze boekjes bij de boeken voor beginnende lezers.
Voor uw kind is betrokkenheid belangrijk, wanneer het zelf een boek leest. Praat daarom samen over het boek of laat uw kind een stukje hardop voorlezen.


Ik wens jullie alvast veel leesplezier!

Lieve groetjes,

Maureen