vrijdag 13 januari 2012

verslag rekentrappers


Verslag van de vergadering REKENEN eerste graad
6 december 2011

1)      Scoop: in de toekomst wordt de talentenweide meer gericht op vaardigheden. Dit is in de praktijk nu al vaak het geval (vb. veters knopen). Voor de echte talenten (iets waar een kind goed in is, zonder dat dat specifiek aangeleerd is of kan worden) is er iets nieuws in ontwikkeling. Wordt vervolgd.

2)      Karolien wordt geëxcuseerd wegens ziekte van haar dochtertje.

3)      Toelichting van de methode REKENTRAPPERS voor hoofdrekenen door Ewoud, Isabel en Evelien.
Vaststellingen:
- Sinds de oprichting van de school is rekenen altijd een sterk punt geweest van De Pit.
- Tot nu toe werd er gewerkt met de methode Aerts/Dekkers.

Vanwaar dan de keuze over te stappen naar een andere methode?

- Aerts/Dekkers verschilde al met de methode die meestal in andere scholen wordt gebruikt, o.a. op vlak van getalbeelden en fasering.
- Bovendien was er ook een nadeel: bepaalde aspecten schoven te ver op (vb. maal- en deeltafels), waardoor men soms in het volgende leerjaar in de problemen kwam. Vandaar de zoektocht naar een nieuwe methode, om die tekorten weg te werken.
- Het gros van de basisscholen in onze scholengroep werkt intussen met Rekentrappers. Isabel, die uit het Eurekaonderwijs komt, was al bekend met Rekentrappers (Eureka ontwikkelde deze methode) en er was een positief aanvoelen rond deze methode na bijscholing (Karolien).

Vanwaar de keuze om omschakeling midden in het lopende schooljaar te doen?
- Om de omschakeling te versnellen.
- Omdat de methode gewoon aansluit op wat nu al geautomatiseerd is.
- De methode bereikt dezelfde doelen als de ‘moeilijkere’ methodes op een makkelijkere manier.

Hoe verloopt de omschakeling?
- In de kleuterklassen zijn de nieuwe getalbeelden al in gebruik.
- Vanaf volgend jaar wordt met deze methode gestart in het 1ste leerjaar. Het huidige 1ste,  2de en 3de leerjaar zullen ook verder werken met deze methode. In het huidige 4de leerjaar wordt de methode gebruikt om de differentiëren voor de leerlingen die met bepaalde aspecten moeite hebben.

4)      Vragen
Deze methode maakt gebruik van rekenen ‘met de vingers’. Krijgen de kinderen dat nog ‘afgeleerd’?
Bedoeling is vooral om vaardig rekenen aan te leren. Vaardige leerlingen zullen hun vingers na een tijdje niet meer nodig hebben (automatisatie). Voor minder vaardige leerlingen is dit een handig hulpmiddel dat ze altijd ter beschikking hebben. Er is dan ook geen reden om dit hulpmiddel niet te gebruiken wanneer het nodig is.

Biedt deze methode voor rekensterke leerlingen voldoende ‘linken’ aan tussen leerstofonderdelen?
De uitvalsbasis is ‘handig rekenen’ (vb. +199=+200-1), maar daarnaast is er verdieping voor de rekensterke leerlingen door verschillende manieren aan te bieden om eenzelfde resultaat te bekomen.

Waarom wordt enkel hoofdrekenen uit deze methode overgenomen?
Omdat dit het meest problematische aspect is van rekenen en omdat de methode een aantal voordelen biedt om te starten met wiskunde in het secundair (rekenen onder nul adhv te veel/te kort-systeem).